Deel op facebook

Wat is een Beleidsplan Ruimte?

Het Beleidsplan Ruimte West-Vlaanderen is een beleidsdocument. Het beschrijft de keuzes in functie van een goede ruimtelijke ordening én van de mogelijke toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen.

Een beleidsplan ruimte vervangt het ruimtelijk structuurplan van voorheen.

Meer informatie over het beleidsplan, de structuurplannen en het proces vind je hier.

Hoe zien wij ruimte in West-Vlaanderen in 2040?

Dit is West-Vlaanderen vandaag: er wonen ruim 1,2 miljoen inwoners op een oppervlakte van 3.197 km². West-Vlaanderen is hiermee in oppervlakte de grootste Vlaamse provincie, met na Limburg de laagste bevolkingsdichtheid. Maar dit betekent niet dat we ruimte op overschot hebben. Bijna 3/4 van de oppervlakte van West-Vlaanderen is bestemd voor landbouw. Heel wat mensen rekenen dus op ons voor hun voedsel. Naast landbouw is er ook ruimte voor wonen, bedrijvigheid, natuur, groen en bos, recreatie en mobiliteit.

De ruimte en grond in West-Vlaanderen is eindig. Toch is er alsmaar meer vraag naar ruimte. De uitdagingen zijn talrijk:

  • We hebben andere en kleinere woningen nodig, want we worden gemiddeld ouder en wonen vaker alleen.
  • We hebben meer duurzame verplaatsingsmogelijkheden nodig, want werk en vrije tijd zijn meer gevuld en mobieler.
  • We hebben meer ruimte voor water en natuur nodig, want klimaatverandering wordt voelbaar, met meer neerslag en langere droogteperiodes.
  • We hebben meer multifunctionele sites nodig, want onder andere de technologie verandert onze manier van werken, produceren, winkelen...

Omdat we geen ruimte kunnen bijmaken, moeten we creatief zijn. Zomaar open ruimte innemen, vinden wij als Provincie geen goede oplossing. We hebben net meer open ruimte nodig voor water en groen. Door bestaande bebouwde oppervlakte slim te gebruiken, kunnen we nog heel wat ruimte creëren. Daarom kiest de Provincie ervoor om vanaf 2040 geen nieuwe open ruimte meer aan te snijden en vooral op zoek te gaan naar creatieve oplossingen om voor elke West-Vlaming een plekje te vinden. Om te wonen, je te verplaatsen, te ontspannen of te werken. Een hele uitdaging!

Benieuwd naar hoe wij het zien? 

We herkennen en erkennen het fysisch systeem.

In de open ruimte houden en maken we plaats voor landbouw, natuur en vrije tijd, waar mogelijk onderling verweven. Zo maken we ook meer ruimte voor water en groen. Verspreide en minder geschikte activiteiten in die open ruimte willen we beperken of via aanpassingen of herbestemmingen in het landschap integreren.

Dus:

  • Meer ruimte voor landbouw, infiltratie, groenblauwe netwerken en voedsel- of energieproductie.
  • Minder bijkomende verharding en geïsoleerde, verspreide, niet-passende invullingen.

We optimaliseren het rendement van de bebouwde en verharde ruimte. 

We maken beter gebruik van de bebouwde ruimte en de verharde ruimte in en rond de kernen. Dit doen we door bestaande sites te hergebruiken, multifunctioneel in te richten en te verdichten. Daarbij maken we plaats voor leven en ontmoeting.

Dus

  • Meer ruimte om te verweven, te delen en te beleven, en voor ontmoeting.
  • Minder extra verharding en eenzijdige invullingen.

We bouwen een netwerk van kernen uit.

We zetten in op voorzieningen en kernen die goed en op verschillende manieren bereikbaar zijn. Niet elke kern hoeft dezelfde voorzieningen te hebben. Dit netwerk aan kernen komt tegemoet aan de noden van elke West-Vlaming.

Dus:

  • Meer veilige, flexibele en kwalitatieve verbindingen, vooral te voet, met de fiets en het openbaar vervoer. Verdichten op goed bereikbare plekken.
  • Geen prioriteit aan auto’s en zwaar verkeer in de dorpskernen, geen onaangepaste fietsvoorzieningen of slechte verbindingen met het openbaar vervoer. Geen publiekstrekkende voorzieningen, zoals een expohal, op plekken die enkel bereikbaar zijn met de auto.

We geven richting aan de toekomstige ontwikkelingen volgens de identiteit van het cultuurlandschap.

We evolueren naar een toekomst waarin het ruimtegebruik respecteert wat West-Vlaanderen typeert en uniek maakt. We behouden onze identiteit en zoeken hierin een plek voor nieuwe noden en tendensen. Dit betekent niet dat doordachte evoluties in de infrastructuur en het landschap niet meer mogelijk zijn.

Dus:

  • Unieke elementen als erfgoed (kastelen, oorlogsmonumenten…), typische gebouwen, de identiteit van dorpen en kernen… behoren tot het DNA van West-Vlaanderen. Ze zullen dan ook mee onze toekomstige keuzes bepalen.
  • Geen stijlbreuken, te grootschalige ontwikkelingen of verstoringen van het landschap zonder doordachte strategie.

 

Blijf je graag op de hoogte van alle volgende stappen? Schrijf je dan zeker in op de nieuwsbrief.

Deel op facebook